"Dat is duur!" tot "iets met recyclen?"

De eerste gastles van Christine

Na zo’n anderhalve week bij Jong en Duurzaam was ik al op weg naar mijn eerste gastles. Met gezonde spanning liep ik de school binnen, want: hoe zullen de leerlingen reageren? Zullen ze de boodschap meekrijgen en zou de les wel goed verlopen? Eenmaal aan de gang bleek het allemaal heel erg mee te vallen. De leerlingen deden goed mee en zeiden alles wat er in hun opkwam (toegegeven: dit ging echt niet altijd over duurzame kleding, maar samen met de docent wisten we de leerlingen steeds weer bij de les te krijgen).

Aan het begin van de les probeerde Níne en ik erachter te komen wat de leerlingen al wisten. We vroegen wat de leerlingen dachten bij het woord duurzaamheid. Het werd snel duidelijk dat de tweedeklassers echt weleens van dit woord gehoord hadden, maar dat de betekenis nog onduidelijk was. De gedachten liepen dan ook uiteen van “Dat is duur!” tot “iets met recyclen”. Toen was het echter onze beurt, want hoe leg je nu precies uit wat duurzaamheid is. De term is nogal vaag en over de definitie wordt gediscussieerd. Dit moest dan ook nog zonder het vakjargon dat ik vanuit mijn studie gewend ben. Een hele uitdaging dus, maar ontzettend leuk!

Hierdoor werd ik ook gedwongen om opnieuw over dit soort begrippen na te denken: Hoe laat je zo’n vaag begrip tot de verbeelding spreken bij de leerlingen? En hoe zorg je ervoor dat zij dit in hun eigen omgeving kunnen toepassen en herkennen? Door vragen te stellen aan de leerlingen en met hen in gesprek te gaan proberen we hen hierover te laten nadenken. Vanuit de leerlingen kwamen er (voor mij) verrassende dingen naar boven. Zo bleken veel leerlingen hun kleding al niet direct weg te doen, maar door te geven aan bijvoorbeeld familie en vrienden. Dit deden ze niet om duurzaamheidsredenen, maar je merkte dat deze tweedeklassers het leuk vonden om te horen dat ze ongemerkt al met duurzame kleding bezig waren. Ook verrassend voor mij was de discussie die daarop volgde over tweedehandskleding. Hieruit bleek dat leerlingen het prima vinden de kleding  weg te geven, maar dat er nog een barrière is om zelf tweedehandskleding te kopen.

Ook kwam de onvermijdelijke vraag naar onze eigen kleding. De leerlingen wilden natuurlijk weten wat wij zelf aan duurzaamheid doen. Gelukkig hadden we allebei kleding aan die ofwel tweedehands was ofwel van een merk was dat rekening houdt met duurzaamheid. We hadden onszelf daarmee bewezen als “echt”. We prediken duurzaamheid niet alleen, we doen er ook zelf wat mee.

We hoopten dit ook bij de leerlingen teweeg te brengen. Toen we aan het begin van de les vroegen waar zij vooral op letten bij het kopen van kleding kwam daar vooral uit dat het mooi moest zijn, niet te duur en dat het goed moest zitten. Aan het eind hebben we deze vraag nog een keer herhaald en de antwoorden werden aangevuld met o.a.: op het labeltje kijken waar kleding vandaan komt, tweedehandskleding kopen en kijken of iets van biologisch katoen gemaakt is. Ons doel was dus bereikt. Of deze leerlingen dit nu altijd gaan doen of er één keer naar kijken na onze les: er is winst geboekt!

Ik stapte dan ook met een voldaan gevoel weer op de fiets. Op naar de volgende!